Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Bileam tot den Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op dezen weg stondt en nu, [32]is het kwaad in Uw ogen, [33]ik zal wederkeren. 32. Dat is, behaagt het u niet. 33. Hebreeuws, ik zal mij wederkeren.